Vincent van Gogh, 1853–1890. Een leven in brieven
Deze week beëindigde ik na lange tijd mijn worsteling door een selectie brieven van Vincent van Gogh, vanaf 1876 tot aan vlak voor zijn dood in 1890. Een worsteling, in de eerste plaats omdat het een lijvig werk is. Vincent was gewend zijn gedachten ruim uiteen te zetten in de brieven die hij aan mensen schreef, bovenal aan zijn broer Theo. Op bepaalde momenten schreef hij dagelijks, soms zelfs tweemaal daags brieven aan Theo. Zodoende komt de lezer over de 583 pagina’s die het boek beslaat veel te weten van zijn ideeën over de kunst en over het werk van schilders waarmee hij bevriend was – schilders als Mauve, Gaugain, Bernard en Pissarro. Het boek beschrijft in die zin tot op bijzondere hoogte jaren gedachtegang verwoord in brieven. De enorme omvang van zijn correspondentie vormt voor kunsthistorici een bijzondere bron. Redacteur van het boek Jan Hulsker spreekt van “een commentaar zo uniek dat er in de kunstgeschiedenis geen vergelijkbaar pendant van valt aan te wijzen.”
De tweede worsteling ondervond ik in de ‘ontmoeting met de kunstenaar’ die het boek biedt. Terwijl men leest, glijden de jaren van Van Gogh’s leven voort, vol moeilijkheden, veranderingen en problemen. Problemen van financiële aard, want door het hele boek (en door zijn hele leven) heen kan Vincent slechts één keer een schilderij verkopen. Vincent blijft vanaf het moment dat hij besluit schilder te worden tot aan het einde toe financieel compleet afhankelijk van zijn jongere broer Theo, die kunsthandelaar is in Parijs. Maar ook sociale problemen, want Van Gogh heeft een moeilijk karakter en is vaak eenzaam. Uit de brieven spreekt een zwaarmoedig en filosofisch persoon; men zou zelfs kunnen spreken van een ‘religieus’ karakter, ook al zweert Vincent het Christelijke geloof in zijn institutionele vorm al in 1880 af. Vele jaren hard werk en conflicten binnen de familie en met andere schilders maken Vincent tot een moedeloos man die zich ouder zegt te voelen dan hij is. “Men zou niet altijd kunnen zeggen wat het is dat je insluit, je ommuurt, je schijnt te begraven, maar je voelt toch ik weet niet welke tralies, welke hekken, welke muren”, schrijft Vincent al in 1880 aan zijn broer. In dezelfde maand tien jaar later, na jaren harde arbeid, het afsnijden van zijn oorlel, aanvallen van waanzin en depressies, pleegt Van Gogh zelfmoord met een pistoolschot. De hele ontwikkeling tussen deze twee momenten zijn te lezen in dit boek.
Waarom pleegde Van Gogh uiteindelijk zelfmoord? “Van alles is aangevoerd,” schrijft de Koninklijke Bibliotheek, “te beginnen met jarenlange ondervoeding, een diepe, aangeboren melancholie, overmatig alcolholgebruik, vooral van het kwalijke absinth, epilepsie, syphilis, paranoïde schizofrenie, of een combinatie van deze mogelijkheden.” De werkelijke reden blijft voor ons een raadsel. Dit boek geeft echter een inzicht in de man en kunstenaar Vincent van Gogh.
Vincent van Gogh: 1853-1890. Een leven in brieven. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 1980. 583 pagina’s.
Add a comment
You are not allowed to comment on this entry as it has restricted commenting permissions.